Als derdejaars student ben je al veel betrokken bij de klas. Je bent als student bezig met een groepsplan samenstellen op basis van de onderwijsbehoeften van de klas, ook ben je meer aan het kijken naar het individuele kind en hoe die zich in de groep gedraagt. Ik vind het erg belangrijk om als student en toekomstig leerkracht te kijken naar elk kind apart. Wat heeft elk kind nodig? Dit heeft weer betrekking op de identiteitsontwikkeling van het kind. Zorg dat je de identiteit van elk kind kent en pas je handelingen hierop aan. Hieruit ontstaan ook de verschillende niveaus binnen de groepen. Kinderen die extra begeleiding nodig hebben, maar ook kinderen die een verkorte instructie nodig hebben.  

Als derdejaars student ben je ook meer betrokken bij het contact met ouders, je komt veel in contact met ouders en ouders gaan jou ook dingen vragen over activiteiten die de school aanbiedt, of de ouders vertellen hoe het kind zich vandaag voelt. Als stagiaire vind ik het belangrijk om de informatie die ik krijg, bij mijzelf te houden, zodat de ouders mij deze informatie toe vertrouwen. Ouderbetrokkenheid vind ik erg belangrijk binnen het schoolbeleid. Elke ouder moet betrokken zijn bij de schoolontwikkeling van hun kind en moeten ook zorgen voor effectief contact met de leerkracht. Daarnaast heeft de school participerende ouders nodig, maar geen ouders die klusjes gaan doen voor de school. Een ouderraad bijvoorbeeld, die medezeggenschap heeft over de activiteiten van de school.

Als derdejaars student ben je hele dagen aan het les geven en heb je dus te maken met de groepsdynamiek. Ik loop stage in groep 0/1 en daar wordt dan ook de basis gelegd voor een positieve en goede groep.  Zoals ik bij de ideale leerkracht al beschreven heb, vind ik het belangrijk om als leerkracht te zorgen voor een veilige, positieve en goede groep. Alle kinderen horen bij deze groep en er vallen geen kinderen buiten boord. De leerkracht van de groep heeft grip op de groepsdynamiek en kan dus zorgen voor een goede groep, dit heeft de leerkracht zelf in de hand.

Als laatst, zoals ik al eerder zei, ben je dus bezig met het kijken naar elk kind apart. Je bespreekt de thuissituatie met de mentor (groepsleerkracht) en kijkt hoe het kind zich gedraagt in de klas. Doordat ik bezig ben geweest met handelingsgericht werken, zijn mij een aantal dingen opgevallen die weer te maken hebben met een onveilig gehechtheidspatroon. Een aantal kinderen vertonen aspecten, waaruit blijkt dat deze kinderen zich onveilig gehecht voelen. Als je als leerkracht hier niks aan doet, als dit zich verder gaan door ontwikkelen in een hechtingsstoornis. De leerkracht moet zorgen voor veel structuur en een goede relatie met deze kinderen. Zorg er als leerkracht voor dat je weet wat deze kinderen nodig hebben en dat je deze oplossingen ook daadwerkelijk gaat uitvoeren. Zo zorg je ervoor dat deze kinderen zich niet anders voelen dan de rest en dat ze zich veilig en vertrouwt bij jou voelen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb